In ons leven gebeuren fijne dingen en nare dingen. Dat geldt voor ons allemaal. Soms voelt het alsof we bijna aan de top zijn, waarna we keihard op de grond vallen. Hoe hard en wanneer we vallen, weten we vaak niet. Hoe we verder gaan met onze bagage, is iets waar we meer invloed op hebben. Ook mijn leven bestaat niet alleen uit hoogtepunten. Soms gebeurt er iets ingrijpends, waarna een lastige periode volgt. In donkere periodes, denk ik vaak terug aan momenten waarop ik me juist fijn en licht voelde. Momenten dat ik aan de top was. Die herinneringen vormen een soort boei waar ik me dan aan vast kan klampen.
Zo’n moment was op een namiddag in de lente in Portugal. Ik had besloten de drukte van Amsterdam te ontvluchten. Uit te zoeken wat een rustigere omgeving met me zou doen. Ik kon mijn studie die periode online doen en vertrok naar het zuidelijkste puntje van Portugal. Om daar in een surfhostel te werken. Het plaatsje werd ook wel het einde van de wereld genoemd. Precies wat ik zocht. Het lag in een beschermd natuurgebied dat aan alle kanten omringd was door woeste kliffen. Met daarachter de eindeloze blauwe zee. Elke dag maakte ik de kamers van de gasten schoon, en lag ik op een surfplank in de zee.
Op een van die dagen vertrok ik met een vriend na werk richting een nieuw strand in de buurt. Beliche. Een steile trap tussen de kliffen bracht ons naar het strand. De zon stond al laag. De zee deinde rustig en haar golven waren glad. Ik liet de plank onder mijn arm in het zand vallen. De koele voorjaarswind blies tegen mijn rug. Terwijl ik ging zitten knoopte ik mijn wollen vestje dicht. Het strand was zo mooi als haar naam. Ik was op slag verliefd. Mijn gezelschap ging al de zee in. Nog een uur bleef ik daar zo zitten. Op dat lege strand wat geel kleurde door de zon. Ik staarde naar de oceaan die met haar blauwe grootsheid naar me terugkeek. Snoof de geur van zout op. Ik wilde alles van deze plek tot mijn diepste kern laten doordringen. Wat was ik blij om hier te mogen zijn. In gedachten ga ik nog vaak terug naar dat moment. Dan dompel ik me even onder in de warmte van hoe fijn dat was.
Een tijdje geleden verdiepte ik me in de polyvagaal theorie. Dit is een theorie die beschrijft hoe ons zenuwstelsel signalen uit onze omgeving oppikt. En zo ons gevoel van veiligheid bepaalt. Ik las toen voor het eerst over de term glimmers. Glimmers zijn als het ware het tegenovergestelde van triggers. Triggers activeren het vecht/vlucht systeem van het zenuwstelsel. Een verontrustend appje van je moeder, je hart gaat sneller kloppen. We voelen de adrenaline door onze benen gieren.
Glimmers hebben juist een kalmerend effect op ons zenuwstelsel, zij activeren onze ontspanningsstaat. In deze staat voelen we ons veilig maar ook verbonden met anderen. Glimmers kunnen iets in onze directe omgeving zijn. Denk aan je favoriete boek of je slapende opgekrulde hond. Maar het kan ook een herinnering uit het verleden zijn, zoals een fijne vakantie of een moment met een dierbare. Het gaat erom dat de herinnering positieve emoties oproept. Glimmers brengen veiligheid naar ons zenuwstelsel. Hierbij maakt het niet uit of de glimmer zich in je directe omgeving bevindt, of een herinnering uit het verleden is. Intuïtief deed ik dit dus ook. De glimmer die ik toepas is mijn moment in Portugal. Die herinnering uit het verleden helpt me om terug te keren naar die staat van ontspanning.
Als ik me overweldigd of paniekerig voel denk ik aan zo’n glimmer moment. Dan voel ik de warmte van hoe fijn dat was. Al is het maar heel even. Dat ontspant me. Het zijn stralende herinneringen. Als glimmende stenen op het Portugese strand. Laat ze ons veerkracht geven. Ons eraan herinneringen dat lastige momenten slechts een deel van ons leven zijn. Laat ze ons helpen vertrouwen dat er nog zo veel moois in de toekomst op ons wacht.